top of page
20221017_185417.jpg
blogs

Zelfvertrouwen


Voor mij was zelfvertrouwen hebben altijd zoiets als nooit twijfelen. Niet bang zijn. Niet onzeker zijn. Gewoon gaan met die banaan. Weten wat ik kan. Vertrouwen dat ik overeind blijf. Dat soort dingen.


Totdat ik eens over dat woord na ging denken. Het staat er zo duidelijk. Zelf vertrouwen. Wat is er aan de hand als ik geen zelfvertrouwen heb? Dan vertrouw ik op hoe anderen. Ik neem over wat anderen zeggen en denken. Ik kijk naar hoe anderen het doen. Ik neem normen, waarden en voorbeelden in me op. Ik zorg dat ik weet hoe het hoort. Ik ken de verwachtingen en kopieer het gewenste gedrag. Natuurlijk hebben anderen het bij het rechte eind. Zo moet ik doen. Zo moet ik zijn. Ik wil erbij horen. Ik wil het goed doen.


Dat heb ik lange tijd gedaan. Het leverde me zelfverzekerdheid op. Ik was zeker van mijn zaak want ik deed precies wat de bedoeling was. Ik was zeker want het was wetenschappelijk bewezen. Ik was zeker. Er kon niets mis gaan. Ik was veilig voor kritiek.


Kritiek was een dingetje voor mij. Okay, toegegeven - het was een groot ding. Mijn vaders kritiek ervaarde ik altijd als behoorlijk ondermijnend. Het ging nooit gepaard met contact, met verbinding. Hij hield van interrumperen en corrigeren. Hij was leraar. Maar ik was niet zijn leerling. Ik was zijn dochter. Hij leek nooit naar me te luisteren. Contact met hem was een overhoring waarin ik de goede antwoorden moest oplepelen. Ik leerde veilig te zijn in mijn hoofd. Niet in mijn lichaam.


Zolang ik geen kritiek kreeg, ging het goed met mij. Ik deed wat er van me verwacht werd. Maar binnen in mij ging het knagen. Ik kreeg dan wel geen kritiek van anderen, ik kreeg wel kritiek van mezelf. Ergens merkte ik wel dat er iets niet klopte in mijn systeem. Ik had het gevoel dat ik de boel voor de gek hield. Ik was een bedrieger. Aan de buitenkant klopte alles. Aan de binnenkant niet. Dit was ik niet echt. Ik was vooral bezig om veilig te zijn. Ik deed niet wat ik zelf wilde. Dáár had ik geen vertrouwen in. Daarin had ik geen houvast of zekerheid. Daar had ik niet zoveel ervaring mee.


Ik was mijn leven lang bezig geweest om mijn bange en onzekere gevoelens weg te drukken. Dat ging zo goed dat ik dacht nooit bang te zijn. Die angst en zelftwijfel had ik diep verstopt. Ik werd er niet mee geconfronteerd want ik was er redelijk goed in het vermijden van situaties die een trigger zouden kunnen vormen.


Tot ik nieuwe stappen wilde zetten in het leven. Stappen op onbekend terrein. Toen moest ik op mezelf vertrouwen. Er was geen rol meer om me achter te verschuilen. Geen script om aan vast te houden. Niemand om me aan aan te passen.

Vertrouwen op mijzelf bleek niet zo simpel als 'gewoon' op mijn omgeving vertrouwen.


Als je iets of iemand vertrouwt, hoef je niet op je hoede te zijn. Er is geen gevaar. Alles is okay. Je kan zakken in je lichaam en diep adem halen. Je kan ontspannen. Het komt goed.

In 'spannende' situaties blijk ik mezelf vaak niet te vertrouwen. Als ik probeer te ontspannen, kom ik gevoelens tegen die ik juist liever niet wil voelen. Oude gevoelens van onzekerheid, schaamte, paniek. Dat verwart me. Kan ik 'het' dan niet?


Het blijkt niet te gaan over kunnen. Het gaat over 'zijn'. De pijn die ik heb weggestopt wil gevoeld worden. Niet om me te kwellen en in het verleden vast te houden. Die pijn vraagt als het ware om mijn liefde. Mijn acceptatie. Die pijn hoeft niet meer weg. Het is een deel van wie ik ben. Ik hoef er 'alleen maar' mee om te leren gaan. Ik kan er begrip voor opbrengen. Ik kan met compassie ermee zijn. Ik kan mezelf opvangen en aandacht geven.

En dan? Gaan met die banaan.





bottom of page