Omgaan met triggers
Het is altijd een wonderlijke ervaring om getriggerd te zijn. Je ‘weet’ dat er niets schokkends is gebeurd, maar je gevoelens zijn heftig. Ze zijn eigenlijk te intens voor de situatie. Je partner heeft weer niet opgeruimd. Een collega heeft iets op een bepaalde toon gezegd. Je kind werkt niet mee. Het is vaak een druppel die de emmer doet overlopen. Jij reageert als door een wesp gestoken. Je emoties gaan alle kanten op en je explodeert. Of je implodeert – de emoties nemen je over maar komen er niet uit. Je doet niet meer mee en trekt je terug op een (emotioneel) onbereikbare plaats. Er zit veel lading in je reactie. Meer lading dan waar de situatie aanleiding toe geeft.
Waar komt die lading vandaan? Die lading heeft zich opgebouwd in vergelijkbare situaties – de andere druppels in de emmer. Soms betreft dat situaties met diezelfde persoon. Maar de bron ligt eigenlijk altijd in een veel verder verleden. Vaak zelfs in situaties die je je niet eens kan herinneren. Dat wil zeggen – jij herinnert ze niet met je gewone geheugen. Maar jij hebt ze meegemaakt dus je lichaam ‘herinnert’ ze zich nog wel. Die herinnering zit opgeslagen in je cellen. Je reptielenbrein (het niet cognitieve, instinctieve deel van je hersenen) legt een link tussen het heden en je verleden. De emoties die je al heel lang hebt genegeerd komen op eens allemaal naar buiten. Vaak zijn die emoties gekoppeld aan een overtuiging die je in een ver verleden hebt gevormd – meestal zonder je daar bewust van te zijn. De huidige situatie triggert die overtuiging. Je beheersing werkt niet meer.
In Compassionate Inquiry werken we veel met triggers. Je reacties bij een trigger zijn de poort naar herinnering. Waarschijnlijk weet je niet meer precies wat er in je vroege jeugd gebeurde. Maar het is zeker dat jouw gevoeligheid niet uit de lucht komt vallen.
Onlangs wilde een man in een sessie aandacht besteden aan een situatie die hem getriggerd had. Er was onverwachts een heftige emotie in hem losgewoeld. Hij had getracht zijn gevoelens te beheersen en weg te wimpelen, want het was maar een ‘kleine situatie’ zei hij. Niets ernstigs. Maar die gevoelens lieten zich niet meer ontkennen. Waar verwezen ze naar? Waar kwamen ze vandaan?
Hij had een elektrische gitaar gekocht. Een cadeautje voor zichzelf. Iets dat hij al heel lang wilde hebben en zichzelf nu gegund had. Best een uitgave, maar hij was er heel blij mee. Hij had de gitaar thuis uitgepakt en bewonderd. Toen ging zijn telefoon en hij legde de gitaar even op de grond. Zijn vierjarige zoontje was ook nieuwsgierig naar de nieuwe aanwinst. In dat onbewaakte moment tilde hij de gitaar op. De gitaar was echter te zwaar voor hem en zijn zoontje liet hem vallen. Er kwam een kras op. Hij was nu al beschadigd.
Innerlijk ontplofte hij. Hij was heel verdrietig en heel boos. Zijn hele lichaam reageerde. Hij deed zijn best om het binnen te houden en zijn zoontje er niet mee te belasten, maar natuurlijk merkte zijn zoontje dat er van alles met pappa gebeurde. Ben je boos pappa?
Hij vond zijn boosheid en verdriet niet proportioneel. Hij zag dat het niet ernstig. De gitaar deed het nog. Hij kon het gewoon laten repareren. Hij trachtte zijn boosheid en verdriet binnen te houden maar zijn hele lijf deed pijn. Waarom had het hem zo geraakt?
In de sessie gaf hij alle emoties en fysieke sensaties alsnog de ruimte. Waar kwam al die intensiteit vandaan? Het had zijn hele dag gekleurd. Hij zat vol spanning in zijn lichaam. Hij was heel moe geworden. Het voelde zwaar. Alsof hij instortte. Hij had alleen willen zijn en met niemand meer contact willen hebben.
Het was al een paar dagen later, maar die gevoelens waren nog aanwezig. Hij kon er weer contact mee maken. Hij was er nu nieuwsgierig en had er geen oordeel (meer) over. Hij sloot zijn ogen en ging voelen.
Opeens verscheen er een glimlach op zijn gezicht. Een inzicht brak door. Hij realiseerde zich dat hij zijn hele leven al leeft met de gedachte dat hij alles zelf op moet lossen. Dat hij op de tweede, derde of laatste plaats komt. Dat anderen belangrijker zijn. Zoals zijn zoontje nu. Opeens kon hij dat niet meer hebben. Hij was ook belangrijk! Hij wilde zich niet meer wegcijferen. Alle emotie van vele jaren brak door. De emmer liep over.
Die ‘gedachte’ dat hij het allemaal zelf moest doen was er al vanaf de eerste dag van zijn leven. Zijn ouders hadden helemaal geen ruimte voor een kind. Ze hadden er geen geld voor. Er was chaos in hun leven. Zijn geboorte leverde hun stress en ruzie op. Zijn belangen hadden geen prioriteit. Natuurlijk had hij geen bewuste herinnering aan die dag of die eerste jaren. Maar omdat die zorgen en stress van zijn ouders alom aanwezig waren, was de overtuiging dat hij het allemaal alleen moest doen diep in zijn cellen gaan zitten.
Zijn glimlach brak door. Nu hij de bron van zijn pijn herkende was de gitaar inderdaad geen big issue meer. Bovendien zag hij in dat hij een familiepatroon had doorbroken. Zijn zoontje hoeft niet alles alleen te doen. Zij hebben een goede band. Hij is zich zeer bewust van de gevoelens van zijn zoontje en houdt rekening met hem. En zijn kind vroeg ook naar de gevoelens van pappa. Gevoelens zijn een gespreksonderwerp tussen vader en zoon.
Zijn perspectief opende. Het ging niet om de beschadiging van de splinternieuwe gitaar. Het ging om de kras op zijn ziel vanaf dag één van zijn leven. Nu hij zich daar bewust van is, kan hij de wond rond die overtuiging helen.
Comments